Met al mijn zakgeld in mijn portemonneetje ging ik op pad. Ik mocht helemaal in mijn eentje naar de Vlooienmarkt. Want, ik was al negen jaar en het was maar twee straten oversteken. Eerst de Roskam, daarna de Pennendijk en dan stond ik op de veiling waar de Vlooienmarkt was. In het seizoen werden daar fruit, groenten en suikerbieten verhandeld. Dat laatste was in het najaar, de Pennendijk lag dan bezaaid met bieten die van de wagens waren afgerold. We zochten dan naar een mooi exemplaar om uit te hollen en er een lampion van te maken. Ook kan ik nog de zware zoete brandlucht ruiken die opsteeg uit de suikerfabriek in Breda. Een geur die hoort bij de naderende winter.
Spannend
Maar direct na de zomervakantie was de Vlooienmarkt aan de beurt. Spannend was het om te kijken naar het bieden op mooie spulletjes. Wie mocht het lampetstel, de rieten stoel of het schilderij van opa mee naar huis nemen? Maar je kon ook gaan zoeken tussen de spulletjes die uitgestald lagen op kleden. In de hoek met speelgoed, spelletjes keek ze me vanaf de kaft recht aan. Het was Pip, haar blik was wat gelaten. Ze zat op de grond met iets wat leek op een boeketje bloemen in haar handen. Op de achtergrond zag ik twee woonwagens met een groepje mensen en twee paarden.
Dorus
Wat ik er voor betaald heb, twee kwartjes of een gulden? Ik weet het niet meer. Wat ik wel weet is dat ik thuis direct begonnen ben met lezen tot het boek uit was. Heel even was ik zelf Pip geweest. Het verhaal: Pip woont samen met haar vader en moeder en haar kleine zusje Lientje in een woonwagen. Getrokken door het paard Dorus trekken ze van plaats naar plaats waar maar werk is voor vader. Pip gaat dan met haar moeder en Lientje langs de deuren om kleerhangers en afwasborstels te verkopen. Soms kan ze naar school maar daar voelt ze zich niet welkom. De andere kinderen vinden haar maar vreemd. Het paard Dorus is de enige bij wie ze haar verhalen kwijt kan. Dan, zo erg, wordt Dorus ziek en gaat dood. Gelukkig komt het aan het eind van het boek nog een beetje goed voor Pip. Wanneer een jongen door het ijs zakt weet Pip iedereen te alarmeren zodat hij gered wordt. Als beloning krijgt ze dan een hond.
Leesplezier
Tot mijn verbazing heeft het boek onze verhuizingen overleefd. Ik vind het terug op de onderste plank met kinderboeken. Het is de tweede druk uit 1941 en geschreven door Nel van der Vlis. Het verhaal is nog steeds zeer leesbaar ondanks de ouderwetse spelling en de duidelijke christelijke moraal. De schrijfster maakt dat je je heel goed kunt inleven in de wereld van het kleine meisje Pip. Wat is er mooier dan meegesleept worden door een goed verteld verhaal? Leesplezier is voor kinderen zo belangrijk. Niet alleen omdat ze dan blijven lezen en zo hun leesvaardigheid vergroten. Maar ook omdat het helpt bij het je kunnen inleven in een ander. Leesplezier gun ik ieder kind. Maar Pip doe ik niet weg. Daarom heb ik voor de aanstaande vlooienmarkt twee nieuwe boekjes gekocht. Wie weet waar die boekjes over vijftig jaar weer opduiken?
Meer lezen van Karien? Klik op Terug in Ulvenhout