
Tachtig jaar geleden eindigde de oorlog. Tachtig jaar geleden, een mensenleven. Mijn vader was bijna negen, zoon van de houtzager in Chaam en telg uit een familie van verhalenvertellers. De oorlog was in mijn jonge jaren daardoor de tijd van spannende verhalen. Mensen die verstopt werden op de zolder van de houtzagerij, bonnen die onderin een emmer met bonen zaten die mijn vader naar een tante in een bakkerij bracht, en nachtelijke strooptochten in het grensgebied.
Van mijn moeder, die in de oorlog in Gilze woonde, hoorde ik over bombardementen. Vooral over de bom die insloeg bij hun buren en een hele familie doodde, maar ook van het verstopte varken in de schuilkelder en de radio die ergens in een hok zat. Het leek me wel wat, zo’n oorlog.
Nou ja, die bommen vond ik wel spannend.
Later namen mijn ouders ons mee naar Margraten, het oorlogskerkhof. Ik was denk ik tien jaar en opeens was die oorlog iets niet te bevatten afschuwelijks. De oneindigheid aan graven, zo ontelbaar veel…
En langzaam kreeg ik besef van de niet te bevatten vreeslijkheid die oorlog is.
Ik las Anne Frank, en kon (en kan) me niet voorstellen wat mensen met elkaar kunnen doen.
Op de middelbare school gingen we op excursie naar Ford Breendonk in België. Ik denk dat ik daar tot diep in mijn wezen de weerzin, de wreedheid en de onmenselijkheid heb gevoeld, gezien en ervaren.
Oorlog…
Films kon en kan ik er niet van zien, maar ik ben gaan lezen. Vooral kinderboeken, omdat de harde wrede oorlogsboeken me te veel doen. Oorlogswinter, Reis door de nacht, oorlog zonder vrienden, …
Op mijn wekelijkse wandelingetje naar de Plus kom ik langs het kerkhof. Ik schreef ongetwijfeld al eerder dat ik van kerkhoven hou. Het is er vredig, stil, vaak mooi. Ik loop langs de graven, ga altijd even bij de kindergrafjes kijken. En ik ontdekte dat ook hier in Ulvenhout een stukje kerkhof is gewijd aan de oorlog.
Levens gegeven, jonge levens. Mannekes van 20, 25, jonger dan mijn zonen nu. Ze gaven hun leven, het kostbaarste wat we als mens bezitten... Zo, zo intens verdrietig

Waarom maken we oorlog?
Soms denk ik wel eens: als álle soldaten zouden stoppen met schieten, is het voorbij, dan stopt het. Als niemand meer een geweer oppakt, houdt het op… Helaas blijkt of schijnt de mens zo niet in elkaar te zitten. Moeten we elkaar bevechten… Waarom? Omdat de een over de ander wil regeren? Om macht te krijgen? Gelijk te krijgen?
Ik ga het nooit begrijpen en kan alleen met lede ogen aanschouwen dat het soms lijkt alsof er krachten in deze wereld zijn die oorlog willen. Goed voor de economie of zo.
Toch rouwt elke moeder en elke vader om hun gesneuvelde kind, rouwt elk kind om een gesneuvelde ouder, broer, zus… Wat is er toch nodig dit te stoppen?
Ik weet het niet. Ik houd me bezig op onze vierkante meter waar ik invloed op heb en sta stil bij 80 jaar vrede. Vier het intens en houd mijn hart vast.